Inschrijven in het Sint-Martinuscollege: een succesverhaal! (persbericht)

woensdag 17 mei 2017

Je leest het in de krant, je hoort het op de radio, je ziet het op televisie of het is in familiekring een druk besproken onderwerp: inschrijvingen in het secundair onderwijs zijn voor ouders met kinderen in het zesde leerjaar een nachtmerrie… Is dit echt zo? En is dat ook van toepassing op het Sint-Martinuscollege te Overijse? We spraken met Johan Vanloo, directeur van de eerste en de tweede graad van het Sint-Martinuscollege

Kamperen om een plaatsje te bemachtigen in het Sint-Martinuscollege, was het nodig?

Johan Vanloo: Onze visie hierop is reeds jaren dezelfde: kamperen om in het Sint-Martinuscollege school te kunnen lopen is niet nodig. We berekenden aan de hand van de geboortecijfers en onze databanken een “magisch” inschrijvingsgetal van 230 starters. Nu, enkele dagen na de inschrijvingen (nvdr 12 mei 2017), hebben we dat getal nog niet bereikt. Indien iedereen die zich op 12 mei 2017 aangemeld heeft ook effectief start zullen we met 225 leerlingen in het eerste leerjaar starten. Dat betekent dat er vandaag nog 5 vrije plaatsen zijn. Dat is in vergelijking met de inschrijvingen van het vorige schooljaar een aangroei van ruim 30 leerlingen, hetgeen ons leert dat onze school zijn opdracht in de Druivenstreek waarmaakt. Eén van de krachtlijnen van ons inschrijvingsbeleid is dat de secretariaten een nieuwe inschrijvingsprocedure uitdokterden waarin de leerling met zijn of haar verhaal helemaal centraal komt te staan. Het intakegesprek (nvdr het eerste gesprek met de school) is met andere woorden een statement: in deze school willen we luisteren naar jouw verhaal en samen ontdekken wat je talenten zijn.

Kamperen is - of beter was - dus echt niet nodig?

Johan Vanloo: Neen en we waren blij dat een grote groep ouders zich aan dat ordewoord gehouden hebben. We hebben hierover steeds duidelijk gecommuniceerd via onze website en onze Facebookpagina en ook op onze infoavond en op de openschooldag. Slechts een beperkt aantal ouders heeft de nacht doorgebracht aan de schoolpoort. Een groepje ouders is netjes komen aanschuiven om 5.30u en de grootste groep stond in het rijtje tussen 7.00u en 8.00u. Het onthaal van de ouderraad met koffie, thee en koekjes en dagverse kranten werd door veel ouders als “huiselijk” en “warm” bestempeld. Het lijkt me in ieder geval belangrijk om over de inschrijvingen als school open kaart te spelen: als kamperen echt niet nodig is, dan moet je dat ook durven zeggen. En ook al lijkt het voor een aantal ouders ook wel een hype, een ritueel dat ouders erbij nemen om de overgang van de lagere school naar het secundair onderwijs, uiteindelijk staat kamperen niet synoniem voor kwaliteit, wel voor een – al dan niet - bewuste beperking in het aantal beschikbare plaatsen.

Slechts vijf vrije plaatsen, het “magisch” getal 230 is dan toch wel erg nipt?

Johan VanlooOp de keper beschouwd lijkt dit inderdaad zo, maar ouders durven hun kinderen wel eens in twee tot drie verschillende scholen inschrijven. Eén van de redenen is dat ouders niet zeker zijn van hun stuk of van de keuze van hun kind, op die manier creëren ouders zelf een probleem voor andere ouders. Een andere reden is ook dat in een aantal scholen wachtlijsten zijn. Leuven is daar een mooi voorbeeld van. Een aantal kinderen uit het Leuvense zakken dan naar onze school af omdat ze er geen plaats gevonden hebben in de scholen die zij aangeduid hadden of er ook op de wachtlijst staan. Ook al lijkt het Leuvense inschrijvingssysteem interessant, het leidt tot een aantal frustraties van ouders indien de aangeduide school niet uit de bus komt. Een ouder vertelde me deze week nog hoe pijnlijk het was voor zijn dochter: zowel hij als zijn kleine meid namen het erg persoonlijk omdat het leek alsof zij in geen van de aangeduide scholen gewenst was… 

In september dus van start met 225 leerlingen. Is dat niet heel veel?

Johan Vanloo: De ervaring leert dat we in september niet zullen starten met 225, maar eerder met 210. Dat is een grote groep nieuwe leerlingen. We slagen er ieder jaar opnieuw in om die groep snel een thuis te geven. Eén van de belangrijke elementen hierin is de klassen niet te groot te laten worden en ook de rol van de klassenleraar extra te belichten. Hij of zij zorgt voor een warm onthaal bij de start van het nieuwe schooljaar en doorheen het schooljaar is de klassenleraar de motor achter de zorg van de leerlingen van zijn of haar klas. Bovendien maken we met een uur T+ (nvdr een uur waar de leerlingen met hun klassenleraar werken aan sociale vaardigheden, klassfeer, zelfstandig leren…) een duidelijk breuk met de idee dat school altijd maar “leren” is, maar ook “leren samenleven” is.

De plannen van Minister Crevits zijn duidelijk: in september 2018 wil ze dat scholen van start gaan met de vernieuwde eerste graad. Ook in het Sint-Martinuscollege?

Johan VanlooDe kansen en de uitdagingen die de plannen van de Minister inhouden zijn bijzonder interessant en kunnen voor heel wat scholen, maar vooral voor leerlingen een fantastisch verhaal worden. Het is jammer dat er op dit ogenblik zo weinig concrete informatie volgt. Het Sint-Martinuscollege heeft in het verleden steeds blijk gegeven om onderwijsontwikkelingen – en vernieuwingen een kans te geven, zeker als deze een antwoord kunnen bieden op waar ons onderwijs jongeren van de 21ste eeuw op moet voorbereiden. We kijken dus vol ongeduld uit naar de vernieuwing en op welke manier we deze als school zullen invullen!