STAATSHERVORMING

maandag 18 okt 2021

STAATSHERVORMING

Voor wie het niet van nabij volgt: bij de vorming van de huidige VIVALDI Regering zijn de deelnemende partijen  overeengekomen om tussen nu en 2024 een Staatshervorming “voor te bereiden”. Er werden daartoe twee ministers  benoemd: langs Vlaamse kant, Annelies Verlinden (CD&V) en langs Franstalige kant,  David Clarinval (MR).  

Een beetje geschiedenis

De eerste staatshervorming, daterend uit  1970, was  een rechtstreeks gevolg  van de niet aflatende ruzies tussen Franstaligen en Vlamingen. De Belgische unitaire staat was voorbij gestreefd. Daar had de Vlaamse Beweging veel mee te maken. De achterstelling van het Vlaams en de Vlamingen binnen het unitaire België was groot. Veel werd over hun  hoofden heen  beslist binnen de unitaire structuren waar het Frans en de Franstaligen vaak de lakens uitdeelden. De Vlamingen en vooral hun taal was maar een tweederangs rol toebedeeld.

In 1970 dacht men nog niet aan een Federale Staat. Wel  werd gezocht naar oplossingen binnen de bestaande Unitaire Staat. Daar  komen voor  het eerst de taalevenwichten aan bod en de oprichting van de Cultuurraden.

Maar de communautaire problemen bleven duren. Daarom wordt in 1977 een eerste poging ondernomen om België om te vormen tot een Federaal land. De Regering Tindemans werkt hard aan de uitbouw van Gewesten en Gemeenschappen met elk een pak bevoegdheden die zouden overgeheveld worden vanuit het Federale niveau. Dan komen ook voor het eerst de begrippen “PERSOONSGEBONDEN” en “GRONDGEBONDEN” bevoegdheden aan bod. Een heel belangrijke gedachte die later zou meegenomen worden in de volgende staatshervormingen. Persoonsgebonden zou ALLES zijn  wat te maken heeft met “de persoon”. Onderwijs , Cultuur en Taal zijn  een klassiek voorbeeld. Een kleuter krijgt mede zijn vorming vanaf de eerste dag dat het in een instapklasje  of kleuterklas gaat. En dat gaat verder  tot de schoolse vorming ten einde loopt. De bedoeling was dat zulks in een Vlaamse Omgeving zou gebeuren. Een ander mooi voorbeeld is de patiënt die bij zijn dokter gaat, of nog, een burger die te maken krijgt met het gerecht. Daar is taal en eigen identiteit zo belangrijk. En dus dat zou allemaal naar de Gemeenschappen gaan. Grondgebonden zou ALLES zijn wat een binding heeft met de plaats waar men woont. Een mooi voorbeeld zijn de eerste Gewestplannen die de ruimte in Vlaanderen en Wallonië moesten ordenen . Of bepaalde vormen van fiscaliteit. Of de ontwikkeling van de  economie. Dat zouden duidelijk gewestelijke materies zijn. Maar die belangrijke poging in 1977-78 ,het zogenaamd Egmontpact, ging niet door. De Regering Tindemans is er over gevallen.

Nadien kwamen nog de belangrijke hervormingen van 1980 met de oprichting van Twee Gewestraden en het Brussels Hoofdstedelijk gewest. In 1988-1989 kwam er vooral een uitbreiding van de bevoegdheden voor Gewesten en Gemeenschappen. Vanaf 1993 kunnen we met het Sint-Michielsakkoord spreken van een Federaal België. In 2001-2003 zorgde  het Lambertmontakkoord voor belangrijke financiële middelen en een beperkte eigen fiscaliteit voor Gewesten en Gemeenschappen.

En zo kunnen we zeggen dat vanaf eind de jaren 60, beetje bij beetje, gewerkt werd aan het samenleven van  Vlamingen en Franstaligen binnen de structuur van België.

Maar de Staatshervorming was en is alles behalve voltooid.

We zijn nog lang niet waar we moeten zijn. De laatste jaren werd steeds duidelijker dat het o.m. met de verdeling van de bevoegdheden tussen het Federaal en Gewestelijk niveau niet altijd goed zit. Corona heeft ons wat dat betreft met de neus op de feiten gedrukt. Eén beleid voeren voor de volksgezondheid leek niet vlot te verlopen. Een gebrek aan éénheid in commando. 9 ministers van volksgezondheid. Hoe kan dat goed lopen ?  Maar ook op andere beleidsdomeinen kwamen grote tekortkomingen naar voor: denken we aan het geklungel met de zonnepanelen waar iedereen (zowel federaal als regionaal) de zwarte piet doorschoof. Of Mobiliteit: Brussel die een belasting wil heffen op de inkomende pendelaars vanuit Vlaanderen en Wallonië. Of de belastingen en ruimere fiscaliteit die een echt kluwen zijn geworden (zie o.m. de energiefactuur). En wat met Brussel?

Laat ons  eerlijk  zijn: de twee taalgemeenschappen hebben nog nooit zo ver van mekaar gestaan als nu . Het is en blijft  een kunstmatig naast mekaar leven. We kennen mekaar ook steeds minder. Alhoewel solidariteit toch schijnt te werken.

Wat staat  te gebeuren?

De eerste ideeën van bevoegd Minister Verlinden , het behoud van de  twee deelstaten Vlaanderen en Wallonië en twee kleinere regio’s, Brussel en de Oostkantons, gaf al meteen vuurwerk. Sommigen, de Belgicisten onder ons,  lanceren  populistische stellingen: “Eén België , Eén Regering”. Of nog : “het opnieuw federaliseren van een groot deel van de  bevoegdheden. Meer bevoegdheden voor België ten koste van  Vlaanderen”.  Allemaal ideeën die geen steek houden en voorbijgaan aan de feiten ,de evolutie van de laatste jaren en de  geschiedenis.

Ook interessant is een recente verklaring van CD&V Voorzitter Coens die heil ziet in een staatshervorming op zijn “Zwitsers”. Dit wil zeggen met heel veel bevoegdheden aan het laagste, lokale niveau t.t.z. De Gemeenten. In dat geval zouden we wel moeten werken naar Grotere Gemeentes. Enkel entiteiten van 30.000 inwoners of meer zouden in staat zijn om deze grotere bevoegdheden en verantwoordelijkheden op zich te nemen. Binnen de Vlaamse Regering wordt daar voor Vlaanderen  trouwens in alle stilte aan gewerkt. Fusies tussen gemeenten worden nog steeds aangemoedigd en fiscaal beloond. Die druk zal nog een tijdje aanhouden. Ook de recente indeling van Vlaanderen in regio’s , zoals Oost-Brabant waar Hoeilaart en Overijse toe behoren , maken al deel uit van de veranderingen die  louter op Vlaams niveau op til zijn . Grotere bevoegdheidspakketten voor grotere gemeenten en overkoepelende bevoegdheden voor de referentie regio’s. Het zit eraan te komen. En dan staan we wellicht dicht bij het overbodig worden en dus  afschaffen van de provincies en een rits intercommunales  en andere gemeentelijke samenwerkingsverbanden.

Bart De Wever gaf onlangs aan met de PS te willen onderhandelen  om na 2024 te komen tot een zeer grote zelfstandigheid van de twee regio’s. Hij noemt dat Confederalisme. Intussen keert Paul Magnette van de PS voorzichtig zijn kar. De Wever droomde dan maar van een hereniging van de Nederlanden.

Minister van Staat Mark Eyskens (CD&V), nogal “Belgisch” ingesteld,  reageerde met de stelling dat de splitsing van België zou leiden tot onoverkomelijke problemen .Bijvoorbeeld om Vlaanderen in te passen in Europa of om de verdeling van de Openbare schuld te regelen. En dat een verregaande splitsing zou leiden tot veel conflicten tussen de deelstaten.

Dat het niet gemakkelijk wordt om de zevende staatshervorming voor te bereiden is duidelijk. Dat er wel iets moet gedaan worden is even duidelijk. MAAR WAT?

 

ENKELE IDEEËN

Uitgangspunt: behoud van het Federale België maar een ver doorgedreven “Regionalisering”

 

 

Prioritair : Het herbekijken van de Bevoegdheidsverdeling en de Beleidsniveaus.

Dat zou moeten leiden tot homogene duidelijk afgelijnde  Bevoegdheidspakketten voor elk Beleidsniveau . Gedaan met overlappingen tussen Deelstaat en Federaal . Alle beleidsmateries dienen te worden onderzocht en moeten in homogene pakketten worden  toegekend aan het meest geschikte Niveau. Dit zou moeten gebeuren op een pragmatische manier. Met voor ogen : werkbaarheid  en  praktische haalbaarheid. Met het oog op meer efficiëntie en duidelijkheid. En met het oog op vermijden van  conflicten tussen de weerhouden Beleidsniveaus. En ook : met het oog op kostenbesparing.

 

 

Federaal

De huidige Federale Overheidsdiensten  krijgen best volledige en volle bevoegdheid inzake:

-Premierschap en  Buitenlandse Zaken  met één Minister,

-Binnenlandse zaken (Politie, vreemdelingenbeleid, crisisbeheer ) en Defensie met één minister,

-Financiën (monetair beleid)  en  Nationale Begroting met één minister,

-Justitie.

Een kandidaat Federaal Minister moet slagen voor een behoorlijk moeilijk taalexamen.

 

Deelstaten Vlaanderen en Wallonië

Naast de reeds bestaande bevoegdheden kunnen volgende  federale bevoegdheden  best naar de

deelstaten gaan:

-Een groot deel van de nog resterende Belastingen (Financiën dus),

-Mobiliteit en Vervoer, Werkgelegenheid, arbeid en sociaal Overleg,

-Economie, KMO, Middenstand en Energie en Buitenlandse Handel,

-Sociale Zekerheid ,Volksgezondheid, Veiligheid voedselketen en Leefmilieu.

-Nieuw: Toezicht op de referentieregio’s (i.p.v. de intussen afgeschafte Provincies)

 

Deelstaat Duitstalig België

 

Uit oogpunt van efficiëntie en kostenbesparing  kiezen we voor de overdracht van het  Duitstalig gebied aan de  Duitse Bondsrepubliek. Waar het een volwaardige “Länder” kan worden (dat ligt wellicht historisch moeilijk).

 

Brussel

 

Blijft best een “Speciale Stads Regio” met één Brussels Hoofdstedelijk Parlement en de Brusselse Hoofdstedelijke  Regering. Deze Brusselse Hoofdstedelijke Regering bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige Ministers. Met uitzondering van de minister-president. Deze instellingen zijn bevoegd voor de “grondgebonden materies” zoals Vlaanderen en Wallonië.

Voor de “Persoonsgebonden materies” behoud van de huidige Vlaamse en Franse Gemeenschapscommissies (met zijn eigen Raad en College) bevoegd voor alle “persoonsgebonden materies” in Brussel. Deze structuur heeft in de voorbije twintig jaar aangetoond een goed model te zijn om de gemeenschappen, en dan vooral de kleinere Vlaamse Gemeenschap, op een behoorlijke manier te vertegenwoordigen. Het behoud van deze structuur is m.i. essentieel voor de Vlamingen in Brussel .In deze Gemeenschapscommissies zit overigens hetzelfde politiek personeel als in de Brusselse Raad en Regering. Het is dus in principe geen echte bijkomende structuur met bijkomende  mandatarissen.

 

 

ANDERE HERVORMINGEN

 

Fusie van de 19 gemeenten. Eén gemeente voor het grondgebied van Brussel met dus Eén Gemeenteraad en Eén College. .Het voorbeeld volgend van Antwerpen kan men  misschien denken aan “Districtsraden” .Om het beleid dicht bij de bevolking te brengen.

Franstalig België moet naar één Raad en één Regering voor alle bevoegdheden. Zij moeten dus de instellingen van het Waals Parlement en Waalse Regering samensmelten met de instellingen van De Franse Gemeenschap.

Afschaffing van de provincies. In Vlaanderen is men trouwens al bezig met het vastleggen van enkele referentie regio’s . Hiervoor moeten geen nieuwe zware structuren worden opgezet. Het zal voornamelijk gaan over “samenwerking” van de gemeenten horende bij een referentieregio.

En ja, bijna vergeten, de Afschaffing van de overbodige Senaat.

 

BESLUIT

Het is zeer de vraag of wat overeengekomen is in het regeerakkoord over de voorbereiding van een Staatshervorming tegen 2024 gerealiseerd zal worden. Veel tijd is verloren gegaan door het feit dat de regering 2 jaar met bijna niets anders bezig was  dan “Corona”. Hoog tijd om er nu wel aan te beginnen. Niet enkel met het oplaten van ballonnetjes. Maar ook met het schrijven van teksten en voorbereiding van wetteksten. Of wordt het daarvoor stilaan te laat ?Halen we 2024? Of komt er opnieuw uitstel? Dat zou spijtig zijn voor de Burger .En  niet goed  voor sommige politieke partijen.

1574 keer gelezen